Beheer van de Oefening
Een oefening is iets meer complex dan een gewone opdracht. Ze gebeurt in vier stappen. Deze zijn
Opstarten van de oefening Het beoordelen van de taak die in de oefening gemaakt moet worden, wordt gemakkelijker als ze opgedeeld wordt in een aantal beoordelingselementen. Die maken het geven van cijfers minder arbitrair en geven de leerlingen een raamwerk over hoe ze de beoordeling moeten doen. Het is de taak van de leraar om de beoordelingselementen op te stellen en zo een evaluatieformulier te maken. (kijk op die pagina voor meer details).
Als de beoordelingselementen klaar zijn, kan de leraar een Word-document of een HTML-bestand waarin de beschrijving van de taak voor de leerlingen staat, inzenden. Dit bestand wordt aan de leerlingen getoond in de tweede fase van de oefening.
Leraars kunnen, als ze dat zouden willen, een setje gelijkaardige opdrachten maken en ook, als Word of Html-bestand, uploaden naar de oefening. Merk op dat deze oefeningen er erg gelijkaardig moeten zijn omdat hetzelfde evaluatieformulier voor al deze varianten gebruikt wordt. Het inzenden van een setje opdrachten is een optie en kan voor sommige opdrachten geen geschikte methode zijn.
Leerlingen laten beoordelen en taken inzenden De opdracht staat nu open voor leerlingen. Als de leraar meerdere setjes taken heeft geplaatst, dan zien de leerlingen elk andere taken, anders krijgen alle leerlingen dezelfde taak.
Voor de leerlingen hun werk kunnen inzenden, moeten zij hun beoordelingsformulier invullen. Wanneer ze hun beoordelingsformulier afgewerkt hebben, dan krijgen zij pas het uploadformulier te zien. De leerlingen kunnen hun taak herwerken in het licht van hun zelfevaluatie. De leraar ziet de zelfevaluatie van de leerlingen en krijgt een leeg beoordelingsformulier om zerlf het werk van de leerling te beoordelen. Dit is een " dubbel beoordelingsformulier". Onderaan dit formulier kan de leraar de leerling vragen zijn werk opnieuw in te zenden of niet.
Als de leerling er voor kiest om opnieuw in te zenden, kan de leraar de taak opnieuw beoordelen. Dezelfde optie, opnieuw inzenden of niet, geeft de leraar controle over deze cyclus van herinzending en beoordeling. Als leerlingen meerdere taken mogen inzenden, dan moet de leraar beslissen of het eindcijfer zal bestaan uit het gemiddelde van alle inzending van de leerling of uit het hoogst behaalde cijfer. Deze optie kan op elk moment tijdens de oefening in of uitgeschakeld worden. Het effect is onmiddellijk zichtbaar in het cijferoverzicht.
Toon cijfers en scoretabel In deze laatste fase van de oefening, kunnen de leerlingen hun "eind"cijfers. In elke fase van de oefening (behalve de eerste) staan de cijfers zichtbaar voor de leerlingen, hoewel het maar deelcijfers zijn die on the fly berekend worden uit de beschikbare beoordelingen op dat moment.
De leerlingen (en de leraar) krijgen ook een "scoretabel" te zien net bovenaan de beste resultaten. Als een leerling meerdere taken ingezonden heeft, staat in deze tabel alleen de beste.
Het cijfer van de leerling is een gewogen combinatie van het cijfer van de leraar van hun eerste zelfbeoordeling en het cijfer van de leraar op de taak. De twee wegingen worden standaard gelijk gezet. Ze kunnen gewijzigd worden (op de beheerpagina) op gelijk welk moment tijdens de oefening. De cijfers die leraar en leerlingen te zien krijgen, worden altijd getoond met de huidige wegingsfactor.
In elke fase van de opdacht kan de leraar de beheerpagina openen. Deze toont de huidige waarde van de twee wegingsfactoren. De leraar kan ze hier wijzigen. Ze toont de zelfevaluaties van de leerlingen en de taken van de leerlngen. De leraar kan deze pagina gebruiken om de inzendingen te beoordelen en de herbeoordelen, cijfers geven aan de beoordelingen of die wijzigen, inzendingen en beoordelingen verwijderen en de algemene voortgang van de opdracht volgen.