2003-12-17 22:37:05 +00:00
|
|
|
|
<P ALIGN=CENTER><B>Beoordelingsstrategie</B></P>
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
<P>Een oefening kan op verschillende manieren beoordeeld worden. Je kunt kiezen uit:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
<OL>
|
2004-02-29 22:30:06 +00:00
|
|
|
|
<LI><B>Geen cijfers:</B> In dit type van beoordeling is de leraar helemaal niet ge<67>nteresseerd in een quantitatieve
|
2003-12-17 22:37:05 +00:00
|
|
|
|
beoordeling van zijn leerlingen. De leerlingen maken opmerkingen bij de deeltaakjes, maar geven geen cijfers. De
|
|
|
|
|
leraar kan, als hij dat wil, cijfers geven voor de opmerkingen van de leerlingen. Deze beoordeling van opmerkingen vormt
|
|
|
|
|
de basis van het eindcijfer van de leerling. Als de leraar de opmerkingen van de leerlingen niet beoordeelt, dan
|
|
|
|
|
zijn er geen totaalcijfers voor de opdracht.
|
2004-02-29 22:30:06 +00:00
|
|
|
|
<LI><B>Accumulatieve beoordeling:</B> Dit is het standaardtype beoordeling. In dit type is elke beoordeling opgebouwd uit
|
2003-12-17 22:37:05 +00:00
|
|
|
|
een aantal beoordelingselementen. Elk element moet een bepaald aspect van de opdracht behandelen. Een opdracht omvat
|
|
|
|
|
gewoonlijk tussen de 5 en 15 elementen voor opmerkingen en beoordelingen. Het aantal hangt af van de grootte en
|
|
|
|
|
moeilijkheidsgraad van de opdracht. Een opdracht die door medeleerlingen beoordeeld wordt met slechts 1 element is
|
|
|
|
|
mogelijk en heeft een gelijkaardige beoordelingsstrategie als de standaard Moodleopdracht.
|
|
|
|
|
<P>Elementen hebben volgende drie kenmerken:
|
|
|
|
|
<OL>
|
|
|
|
|
<LI>De BESCHRIJVING van het te beoordelen element. Hierin moet duidelijk worden omschreven welk aspect van de opdracht
|
|
|
|
|
beoordeeld wordt. Als de beoordeling kwalitatief is, dan is het nuttig om wat detail te geven over wat als excelent,
|
|
|
|
|
matig en slecht beschouwd wordt
|
|
|
|
|
<LI>De SCHAAL van het te beoordelen element. Er zijn een aantal schalen voorzien. Deze gaan van een eenvoudige
|
|
|
|
|
Ja/Nee over schalen met meerdere punten tot een procentuele schaal. Voor elk element kun je een eigen schaal kiezen
|
|
|
|
|
zodat die past bij het aantal mogelijkheden voor dat element. Merk op dat de gekozen schaal NIET het belang van
|
|
|
|
|
het element bepaalt bij de berekening van het totaalcijfer: een schaal op twee punten heeft dezelfde invloed als een
|
|
|
|
|
schaal op 100 punten als de respectievelijke elementen dezelfde weging hebben...
|
|
|
|
|
<LI>De WEGING van het te beoordelen element. Als standaardinstelling krijgen alle elementen dezelfde weging
|
|
|
|
|
bij de berekening van het totaalcijfer. Dit kan gewijzigd worden door de belangrijkere elementen een gewicht groter
|
|
|
|
|
dan <20><>n en de minder belangrijke elementen een gewicht kleiner dan <20><>n te geven. Het wijzigen van de weging verandert
|
|
|
|
|
het totaalcijfer NIET. Die waarde wordt vastgelegd door de "Hoogst haalbare cijfer"-parameter van de workshop. Wegingen
|
|
|
|
|
kunnen ook een negatief cijfer krijgen. Dit is een experimentele mogelijkheid.
|
|
|
|
|
</OL>
|
|
|
|
|
|
2004-02-29 22:30:06 +00:00
|
|
|
|
<LI><B>Als fout aangeduid:</B> In dit type wordt de opdracht beoordeeld met een reeks Ja/Nee vragen. De beoordeling
|
2003-12-17 22:37:05 +00:00
|
|
|
|
wordt bepaald door een beoordelingstabel die de relatie legt tussen het aantal fouten en de voorgestelde beoordeling.
|
|
|
|
|
Bijvoorbeeld: in een opdracht moeten zes belangrijke items voorkomen. De tabel geeft aan welke beoordeling moet gegeven
|
|
|
|
|
worden als ze allemaal gevonden zijn, als er <20><>n ontbreekt, als er twee ontbreken enz. De afzonderlijke items kunnen,
|
|
|
|
|
indien gewenst, een weging krijgen als sommige items belangrijker zijn dan andere. Het aantal fouten is dan een
|
2004-02-29 22:30:06 +00:00
|
|
|
|
gewogen som van de ontbrekende items. Als standaardinstelling krijgen alle items een gewicht van <20><>n. De beoordelingstabel
|
2003-12-17 22:37:05 +00:00
|
|
|
|
hoeft niet lineair te zijn. De voorgestelde beoordelingscijfers zouden kunnen 90%, 70%, 50%, 40%, 30%, 20%, 10%, 0%, 0%, 0%
|
|
|
|
|
zijn voor een opdracht met 10 elementen. De beoordeler kan het voorgestelde cijfer tot 20% in beide richtingen bijsturen
|
|
|
|
|
om tot het eincijfer voor de inzending te komen.
|
|
|
|
|
<LI><B>Criterium:</B> Dit is de eenvoudigste manier om een opdracht te beoordelen (al is het niet noodzakelijk de
|
|
|
|
|
eenvoudigste om op te stellen). De inzendingen worden beoordeeld met een reeks uitspraken. De beoordeler
|
|
|
|
|
kiest welke uitspraak het best pas bij dit deel van de taak. Het cijfer wordt bepaald door een criteriatabel, Hiermee
|
2004-02-29 22:30:06 +00:00
|
|
|
|
wordt een cijfer voorgesteld voor elk criterium. Een oefening kan bijvoorbeeld opgestart worden met vijf
|
|
|
|
|
uitspraken voor elke beoordeling. Net zoals bij "Foutenmarge" kan de beoordeler het voorgestelde cijfer
|
2003-12-17 22:37:05 +00:00
|
|
|
|
aanpassen met 20% om tot zijn totaalcijfer te komen.
|
|
|
|
|
</OL>
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
</P>
|